Voorkomen is beter dan genezen. Maar als het dan toch genezen moet, doe het dan goed.
Voorkomen is beter dan genezen. Maar als het dan toch genezen moet, doe het dan goed.
Ik sport al van jongs af aan, en vind zo’n beetje elke sport wel leuk. De meest belangrijke sport voor mij is korfbal. Met al dat sporten kwamen de blessures. Fanatiek als ik was, kwam ik regelmatig bij de fysiotherapeut. Daar is mijn interesse aangewakkerd. Samen met de belangstelling die ik op school ontwikkelde voor gezondheid en het menselijk lichaam.
Dus fysiotherapie was een vanzelfsprekende keuze. Ik studeerde aan de hogeschool in Utrecht; een interessante, brede opleiding, met een motiverende stage tot besluit. Bij afronden van de studie had ik alleen nog niet het gevoel dat ik klaar was. Ik wilde graag verder leren. Dat deed ik met de universitaire opleiding bewegingswetenschappen.
Die verdieping was de moeite waard; het is nuttig om soms iets dieper op de materie in te gaan om te bepalen wat er wel en niet goed gaat bij het bewegen van een gewricht. Ik profiteer daar dagelijks van. En mijn patiënten ook natuurlijk.
In mijn werk zet ik mijn kennis van het houdings- en bewegingsapparaat in om tot een juiste diagnose te komen en probeer ik ook om je te helpen begrijpen wat er gebeurt. Tijdens het proces ben ik er om het herstel te bevorderen, bij oefeningen te ondersteunen en waar nodig bij te sturen.
Naast die kennis vind ik het belangrijk om te weten wat jouw wensen zijn. Dat klinkt misschien vreemd, want: iedereen wil toch gewoon beter worden? Dat is ook zo, maar het betekent voor verschillende mensen verschillende dingen. Iedereen gaat anders met zijn klacht om, iedereen wil iets anders bereiken. Fanatieke sporters hebben nog wel eens de neiging te hard door te willen gaan; mensen met een drukke baan ook. Anderen vinden het weer lastig om de oefeningen echt elke dag te doen.
Ik ben in mijn werk erg gericht op sport, oefenen en training. Patiënten vinden die aanpak fijn; om na herstel gericht aan de slag te kunnen met praktische oefeningen. Ik geef meestal ook een beweeg- en sportprogramma mee dat je na de behandeling kunt gebruiken. Dat helpt verder herstel en werkt preventief in de toekomst.
Iedereen krijgt een behandeling van topsportkwaliteit. Of je nu sporter bent of niet, we werken met de hoogst mogelijke kwaliteit. Dat doen we op basis van de TRIAS methode die is gericht op deep-tissue-massage, oefeningen en training. Nadat we je lichaam met deep-tissue-massage (echt diep, het kan best een beetje pijnlijk zijn, maar het werkt erg goed) hebben voorbereid, werk je zelf aan je eigen herstel.
Het is plezierig om te weten dat er een team behandelaars klaarstaat, ieder met zijn eigen deskundigheid. Zo ben ik gespecialiseerd in fysiotherapie en oncologie. In oncologie ben ik me aan het verdiepen zodat ik beweeggroepen kan gaan leiden voor mensen die zich voorbereiden op de behandeling van, of herstellen van kanker; of die zo fit mogelijk willen blijven. Ik merk dat patiënten het trainen in een groep lotgenoten heel stimulerend vinden werken. Ik werk binnen de training op basis van methoden en technieken waarvan de werking wetenschappelijk is aangetoond.